De belangrijkste onderdelen om te kunnen windsurfen

De surfplank

De windsurfplank bestaat uit een drijflichaam van -veelal- kunststof, voorzien van een beweegbaar tuig. Dit tuig bestaat uit een mast, zeil en giek. Dit tuig is aan de plank bevestigd door middel van een in alle richtingen draaibare en kantelbare mastvoet. Het tuig wordt rechtop gehouden doordat de surfer de giek in zijn handen houdt. De surfer bestuurt de surfplank door het tuig in een bepaalde richting te bewegen, waarna de druk van de wind de plank laat draaien. Door het zeil weer terug te bewegen naar het evenwichtspunt, wordt de draai beëindigd.

Het zeil

Surfzeilen zijn opgebouwd uit banen zeildoek die aan elkaar worden geplakt en genaaid. Ze worden gemaakt van een combinatie van monofilm (dunne laag doorzichtig pvc) en gekleurd dacron (geweven polyester). Tegenwoordig wordt er ook al x-ply gebruikt voor extra stevigheid. Het zeil wordt ondersteund door roeden van fiberglas, zeillatten genoemd, die worden bevestigd in nauwsluitende lattenzakjes. De zeillatten zorgen voor het profiel van het zeil. Vaak worden kevlar en/of dynema draden gebruikt om het zeil te verstevigen (bepantseren). Dit gebeurt vooral bij zeilen die veel te verduren krijgen (zoals zeilen die gebruikt worden om op zee te gebruiken). Bij deze zeilen komt het ook voor dat er andere monofilmachtige (maar veel stevigere) materialen gebruikt worden, zoals X-ply etc.

 

Waarom ziet een surfplank er zo uit en waarom heeft de plank een zwaard ?

  • Boeg: De voorkant van de surfplank.
  • Spiegel: De achterkant van de surfplank.
  • Voetbanden: De banden waar de voeten door moeten om steviger op je plank te staan.
  • Mastvoetuitsparing en mastrail: De mastvoetuitsparing dient om je mast aan te bevestigen, de mastrail om je zeil een beetje meer naar voor of naar achter op je surfplank te verplaatsen.
  • Zwaardkast: Dit is een gleuf waar het zwaard door moet; bevindt zich in het midden van de plank
  • (Inklapbaar) zwaard: Het zwaard is een 'plank' die dwars door de surfplank heen steekt. Zonder zwaard zou de wind je zijdelings wegblazen, in een richting die haaks staat op de gewenste vaarrichting. Het zwaard dient dus ter beperking van 'drift', zo noemen we het zijdelings afdrijven. Door het zwaard kan je alle richtingen uit (behalve tegen de wind in). Het zwaard zorgt er ook voor dat de surfplank stabieler wordt, zodat je surfplank veel minder gemakkelijk kan kapseizen. Kapseizen is hetzelfde als omslaan. Het zwaard is ook de as waarom je surfplank draait bij het overstag gaan. Overstag gaan is wanneer je met de neus van je surfplank naar de wind toe draait. Je trekt je zeil dan met andere woorden over de spiegel. Dat werkt ook zo bij het gijpen. Gijpen is wanneer je met de boeg van je surfplank van de windrichting weg draait, je vaart dan steeds meer met de wind mee. Daarbij trek je je zeil over de boeg.